Schilderijen Schoonmaken Atelier Boeijink, Boekel, Van der Knaap Schilderijenrestauratie te Haarlem

Schade ontstaan door ondeskundig schoonmaken van schilderijen

Een behandeling als het verwijderen van oppervlaktevuil of het verwijderen van vernislagen en een nieuwe vernislaag aanbrengen is een onderdeel van het restauratievak maar wordt vaak door niet deskundigen gezien als een minder kwetsbare behandeling.
Ook komt het voor dat bij de huiselijke schoonmaak een natte doek over het oppervlak van een schilderij wordt gewreven of bij een meer grondige aanpak halve uien, aardappels, kant en klare middelen enzovoorts.

Schades ontstaan door ondeskundigheid zijn meestal onomkeerbaar, dat wil zeggen dat aan het origineel zoveel schade is toegebracht dat volledig herstel niet mogelijk is. De vernis- of verflaag zijn zo aangetast dat een vernislaag verwijderd dient te worden en/of de verflaag zal moeten worden behandeld om de schade aan het oog te onttrekken. Verloren gegaan origineel materiaal komt niet meer terug. Het is onmogelijk om een beschadigd schilderij in zijn originele of oorspronkelijke staat terug te brengen, het schilderij is na behandeling een gerestaureerd schilderij geworden dat wil zeggen met aan het oog onttrokken verlies van origineel materiaal. Onderstaand voorbeeld 2 is van alle voorbeelden de enige waarbij er sprake is van herstel, de schilferende vernislaag is verwijderd en een nieuwe vernislaag is aangebracht, de verflaag is onaangetast.

Een restaurator dient zich altijd te verantwoorden (zie E.C.C.O. Ethische code), vraagt u gerust hoe en met welke middelen uw schilderij zal worden behandeld.

Een met schadelijke middelen behandelt schilderij zal er in de eerste instantie "schoon" uit kunnen zien maar kan in de loop der tijd ernstig achteruit gaan.
Onderstaande voorbeelden laten zien welke schade kan ontstaan door het ondeskundig schoonmaken van schilderijen. Bij enkele van deze voorbeelden (foto 2, 4 en 5) is de aantasting pas in een later stadium zichtbaar geworden, over het algemeen is dit een proces in ontwikkeling en dient een conserverende behandeling te worden toegepast om het proces te stoppen.

 Oplossen en lopen van de verf door overmatig contact met water
1. Lopen van de verf door overmatig contact met water.
Losraken en schilferen van de vernislaag
2. Losraken en schilferen van de vernislaag.
Sleetsheid en verfverlies door te sterke oplosmiddelen
3. Sleetsheid en verfverlies door te sterke oplosmiddelen.
Schilfering, loskomen van de grondering door het binnendringen van water
4. Loskomen van de grondering door het binnendringen van water.
Schilfering, verlies van deeltjes verf door behandeling met teveel vocht
5. Verlies van deeltjes verf door behandeling met teveel vocht.
Crepering, aantasting van de verflaag door schoonmaken van ongevernist schilderij met water en zepen
6. Aantasting van de verflaag door schoonmaken van ongevernist schilderij met water en zepen.
Niet zichtbaar is de schade die ontstaat wanneer ongeverniste verflagen met verkeerde middelen of methodes worden behandeld waarbij oplosbare additieven uit de verflaag worden weggenomen. Het ontbreken van deze additieven zorgt voor een degradatie van de verflaag. Dit is bij veel moderne acryl- en olieverfschilderijen het geval.

Niet schadelijk maar wel zeer storend is een niet volledig verwijderde vernislaag. Resten vergeelde vernis vaak in de diepere delen van de pasteuze verfpartijen hebben invloed op de kleurhelderheid en geven een onrustig effect.

Vergeelde vernisresten in diepere pasteuze verfpartijen
7. Vergeelde vernisresten in diepere delen van pasteuze verfpartijen

Achtergebleven schadelijke stoffen

Schilderijen vormen vroeg of laat craquelé, een fijn niet zichtbaar patroon met barsten vormt zich in de hard geworden verflaag. De barsten worden in de loop der tijd steeds breder en zichtbaarder (zie voorbeeld) en geven vloeistoffen, versnelt door de capillaire werking, toegang tot de grondering. De grondering van een schilderij kan voor een deel uit krijt bestaan waarvan de absorberende werking voor een goede hechting met de verflaag zorgt. Door de absorberende eigenschap neemt de grondering via het craquelé water/vocht op met de daarin opgeloste stoffen. Het water zal uiteindelijk uit de grondering wegtrekken en verdampen, de in het water opgeloste stoffen blijven als residuen achter. Deze residuen kunnen van een aantastende aard zijn, zoals de zepen die door ondeskundigen voor de reiniging van schilderijen vaak worden toegepast. Groene zeep maakt hard geworden olieverf week en dringt zich in de verflaag.
Achtergebleven residuen kunnen ook een goede voedingsbodem voor schimmels zijn, zoals de residuen van aardappels, uien, melk enzovoorts.
Er bestaat geen methode waarmee de in de grondering van een schilderij getrokken residuen kunnen worden verwijderd.

 Schimmelgroei uit vervuilde craquelures
Schimmelgroei uit verontreinigde craquelé.
Schimmelgroei door organisch vuil dat in de craquelé is achtergebleven
Idem.

De werking van vocht

Omdat de grondering van een schilderij op doek of paneel vocht kan opnemen is het mogelijk bij een schilderij met craquelé dat de grondering, bij een overvloedige of langdurige behandeling met waterige middelen, zwelt en brosser wordt. Hierdoor zal de hechting tussen grondering en doek en de hechting tussen grondering en verflaag sterk verminderen. Een ernstige schilfering kan hiervan het gevolg zijn die pas in een later stadium zichtbaar zal worden, dit geldt voor bovenstaande voorbeelden 4 en 5.

Vocht kan ook de hechting tussen de verf- en vernislaag verzwakken waardoor de vernislaag eerst zal loskomen en later zal afschilferen, voorbeeld 2.
Het loskomen van de vernislaag toont zich door plekken met verminderde transparantie en bij een vergeelde vernislaag door minder transparante lichtgele plekken.

Loskomen van de vernislaag, delaminatie van de verf- en vernislaag
Loskomen van de vernislaag.
Detailopname: loskomen van de vernislaag, delaminatie verf- en vernislaag
Detail, loskomen van de vernislaag.
Loskomen (desintegratie) van een vergeelde vernislaag
Loskomen van een vergeelde vernislaag.

De werking van oplosmiddelen

Wanneer voor het verwijderen van een vernislaag een oplosmiddel wordt toegepast die te sterk is of het oplosmiddel wordt te rijkelijk of te langdurig met de vernis- en verflaag in contact gebracht, zal de verflaag daar schade van oplopen. Een veel gebruikte term hiervoor is "verpoetsen". De fijngeschilderde detaillering aan de top van de verflaag zal min of meer oplossen en verdwijnen evenals de kleurvlakken van de pigmenten die meer bindmiddel hebben, zoals bij de zwarte verven.
Het resultaat zal een vlakker, minder gedetailleerd tafereel zijn met storende elementen zoals sleetsheid. Sleetsheid toont zich meestal door een patroon van witte puntjes die ontstaan doordat een deel van de verf wordt weggenomen waarbij aan de toppen van de weefstructuur van het doek de lichte grondering zichtbaar wordt, zie bovenstaand voorbeeld 3.
Soms kunnen zulke grote partijen verdwenen zijn dat alleen een reconstructie van de verloren gegane figuratie mogelijk is wanneer nog gedetailleerde foto's of tekeningen aanwezig zijn.
Sleetsheid is een verlies van origineel materiaal en kan niet hersteld worden alleen ontstoord. De verwijderde detaillering is over het algemeen voor altijd verloren.
Verkeerd gekozen oplosmiddelen kunnen leiden tot crepering van de verflaag, bij crepering komt het pigment los van het bindmiddel. Voorbeeld 6 toont een crepering van de verflaag.


Restauratie atelier
Tingietersweg 87
2031 ER Haarlem

+31 (0)23 5514993
atelier@schilderijenrestaurator.nl
schilderijenrestaurator.nl

Locatie/route »


Social Media

Schilderijen schoonmaken op Facebook  Schilderijen schoonmaken op Instagram  Schilderijen schoonmaken op LinkedIn
lijn